Verslag 1-III-22. R.I. 13-14 mei 1940 2e Luitenant w.g. J.J. Verweij

13 mei. Te 19.00 uur ontving ik bevel met mijn sectie en een stuk zw.mitrailleur, totaal 44 man, in de frontlijn ter dekking van de terugtocht achter te blijven tot het aanbreken van de dag. Te 20.00 uur was de stelling geheel verlaten door de in de richting van Utrecht teruggetrokken troepen.

Te ca. 21.00 begint de batterij 12 l.st. te vuren over ons heen richting Renswoude en Scherpenzeel, ter dekking van de terugtocht van 22 R.I. en 15 R.I.

14 mei. Na middernacht, te ca. 2.00 uur, beginnen de zenuwen van de manschappen tot uiting te komen. De stelling staat onder voortdurende artillerie-beschieting van de vijand. Geweer- en mitrailleurvuur wordt nog steeds gehoord bij de voorposten voor de frontlijn. Mij was bekend dat een Duitse divisie bij Renswoude en Scherpenzeel aanviel en dat onze voorposten dreigden doorbroken te worden. De vijand was blijkbaar niet bekend dat de Grebbelinie reeds door onze troepen verlaten was. De vijand was bij Rhenen in de Grebbelinie doorgedrongen. Waarschijnlijk was Amerongen reeds door de vijand bezet. Contact met de vijand kon nu in de volgende uren verwacht worden. Een Duitse motorverkenner wordt gedood op de door ons geplaatste landmijnen op de Groeperkade vlak voor de stelling.

Na mij overtuigd te hebben dat ook de oostwaarts gelegen stellingen voor de Emmikhuizerberg van I-22 R.I. en II-22 R.I. verlaten waren vond ik te ca. 2.30 uur verder wachten tot het aanbreken van de dag niet meer noodzakelijk daar wij anders stellig in de rug zouden zijn aangevallen.

Te 2.45 heb ik bevel tot verzamelen gegeven en ben te ca. 3.00 afgemarcheerd met medeneming van onze wapens en munitie. Ingevolge de daartoe gegeven opdracht werden de bruggen over de Grebbe in de Eindweg en de Heuvelsche Steeg opgeblazen. De springladingen waren door de genie aangebracht.

Bij de boerderij “Het Hek” zouden voor mij 44 fietsen gereedstaan. Deze waren verdwenen. Niets anders bleef mij over in de duisternis in geforceerd tempo langs allerlei binnenwegen en de spoordijk zo spoedig mogelijk Doorn te bereiken. In Doorn heb ik van de bewoners burger-rijwielen en een carrier (voor de zw.mitrailleur) gevorderd en ben vandaar via station Driebergen naar Odijk vertrokken alwaar ik mij, zonder verliezen, bij mijn Cdt. heb gemeld.