De S3a is een scherfvrije kazemat die we nog veel tegenkomen in de Grebbelinie. De S staat voor ‘Stekelvarken’ of ‘Spinnekop’ en verwijst naar de maskeringshaken die uit het beton steken. De 3 duidt het aantal schietgaten aan en de ‘a’ geeft aan dat de met beton omgeven ruimte was voorzien van een achteruitgang.

Van de lichte kazemat S3a was het ontwerp klaar op 15 april 1939. Het ontwerp van het Centraal Inundatie en Technisch Bureau (CITB) voorzag in drie grote schietgaten en was bedoeld voor 1 lichte mitrailleur M’20, waarbij de commandant mocht bepalen welk van de drie schietgaten daarvoor in aanmerking kwam.

De schietgaten hadden samen een schootsveld van 190 graden. Zeventig graden per schietgat en een kleine overlap. De twee ongebruikte konden desgewenst worden afgesloten met een luik van 2cm staal. Er waren geen voorzieningen voor observatie, de schutter moest dus over en langs zijn wapen door het schietgat kijken om doelen waar te nemen. De kazemat bestond enkel uit een gevechtsruimte met een achteruitgang, uitgevoerd met geweerschietgat en muren van 80 cm gewapend beton. Er zijn echter zes S3 kazematten (S3a v) in de Grebbelinie gebouwd met muren van 100 cm. Deze verbeterde S3a kazematten stonden langs het Valleikanaal tussen de Barneveldse Sluis en het Krakhorster Verlaat. Het waren de laatste kazematten die in de Grebbelinie zouden worden gebouwd.

Het weerstandvermogen van de betonnen constructies was gering (W12-W15) Aangezien de schietgaten ook nog eens groot waren, bleek de S3a een zeer kwetsbare kazemat tijdens de meidagen in 1940. Vele werden door schietgattreffers uitgeschakeld. Toen de kazematten werden gebouwd, ging men dan ook nog niet uit van de cruciale rol van de Grebbelinie, die het in februari 1940 van de nieuwe opperbevelhebber H.J. Winkelman kreeg toebedeeld.

Er zijn in de Grebbelinie 88 kazematten van dit type gebouwd, waarvan 7 met klimkoker (S3k) en 81 met een gewone achteruitgang (S3a). Van geen enkel ander type zijn er in de linie zoveel overgebleven. Slechts 2 kazematten met klimkoker resteren in de Grebbelinie. Eén exemplaar bevindt zich ten oosten van Leusden in de liniedijk, de tweede werd in 2017 aangetroffen bij bouwwerkzaamheden in Amersfoort. Deze kon dankzij een verplaatsing bewaard blijven. Inclusief de exemplaren met klimkoker zijn er in heel Nederland 763 S3-kazematten gerealiseerd. Deze bijnamen ontlenen ze aan de uitsteeksels die uit het beton staken. Deze maskeringshaken waren bedoeld om camouflagemateriaal aan te bevestigen.

Gebouwd in Nederland: 763 Grebbelinie: 88, waarvan resterend 55 Betuwestelling 4, waarvan resterend: 1 MaasWaal-stelling: 4, waarvan resterend: 1