Het Fort aan de Buursteeg is één van de grootste en belangrijkste verdedigingswerken van de Grebbelinie. Het werd in 1786 aangelegd op de plaats waar de Buursteeg en de Slaperdijk elkaar kruisten. Vanwege de omvang van het fort konden er enige honderden militairen bivakkeren binnen de vestingwallen.

Het bood ruimte voor soldaten in de oorlog van 1794-’95 tegen de Fransen, lag in de frontlijn tijdens de meidagen van 1940 en was een Duits steunpunt toen de geallieerden vanuit Ede naderden. In het noordelijk deel van het fort is het Grebbelinie bezoekerscentrum gesitueerd dat vanaf het verhaal vertelt van de bijzondere geschiedenis van de Grebbelinie.

Bastions, Lunetten en Redouten

In 1742/1743 werden de eerste plannen gemaakt om een versterking aan te leggen in de bocht van de Slaperdijk ter hoogte van de Buursteeg(nu Klompersteeg). Het schetsontwerp was bedoeld om een project voor te bereiden dat zou leiden tot ‘dekking der sluys genaamt de Juffrouwwijk’. De plannen omvatten een klein hoornwerk ter hoogte van het huidige fort en een kleine versterking bij de Schalmdijk.

Het duurde tot 1786 tot het fort uiteindelijk werd aangelegd, geheel omgracht en voorzien van bastions, lunetten en vijfhoekige redouten. Deze keer lag het accent op het verdedigen van de oostelijke toegang van de Emminkhuizerberg en de bescherming van de Slaperdijk. Op het terrein stond een gemetseld wachthuis, waarin tevens levensmiddelen werden opgeslagen, mede afkomstig van de boerenwoning die binnen de wallen was gesitueerd. In logeerloodsen verbleven artilleristen om de naderende Franse legermacht te weerstaan. Net als elders vluchtten de verdedigers, toen de inundaties tijdens de strenge winter van 1794/’95 bevroren. Een Franse bezetting van het fort volgde.

In de negentiende eeuw werden grenspalen geplaatst, waar er nog (minimaal) drie van resteren. Halverwege deze eeuw werd de spoorlijn dwars door het fort aangelegd, zodat het sindsdien uit twee helften bestaat.

In 1939 werden er voorbereidingen getroffen in het kader van de mobilisatie. Op enige afstand van het fort werd een anti-tankgracht gegraven, er kwamen prikkeldraadversperringen, een mijnenveld en een zevental kazematten. Het werk was voorts nog versterkt met twee stukken pantserafweergeschut, een 6-Veld kanon en een mortier. Soldaten van het 10e Regiment Infanterie groeven loopgraven door de oude wallen en probeerden er samen een onneembare positie van te maken. Ondanks dat het fort tijdens de gevechten in de meidagen onder vuur kwam te liggen, sneuvelden hier geen soldaten. Wel kwamen twee militairen om het leven, toen ze op weg naar de voorposten in het mijnenveld bij de spoorlijn terecht kwamen.

Tijdens de Duitse bezetting werd het fort gebruikt door de Hollandse SS, dat het werk gebruikte in het kader van de Pantherstellung. De grote Duitse bunker werd beschilderd met ramen en gordijnen zodat de geallieerden het idee zouden krijgen dat er een Veluws huisje stond. De schildering is in opdracht van de provincie Utrecht en in samenwerking met met de Stichting opnieuw aangebracht op twee zijden van de bunker. Op een derde zijde is nog een stukje van de oorspronkelijke schildering te zien.

Het noordelijk deel van het fort is in 2014 geheel gerestaureerd en overgedragen aan Staatsbosbeheer. Het zuidelijk deel was al rond 1980 hersteld. Bij het Grebbelinie Bezoekerscentrum aan de Buursteeg 2 te Renswoude is een wandelroute verkrijgbaar van ca. 2 km, met informatie over het fort en de bezienswaardigheden. Een wandel- en fietstunneltje verbindt de beide delen sinds 2018.

Fotoalbum: Fort aan de Buursteeg