Wie de Rijndijk (Bandijk) in de Betuwe volgt, komt langs een restant van de verlengde Grebbelinie in de Betuwe. Het draagt de wonderlijke naam “De Spees”. Vlakbij de toenmalige boerderij ‘De Spees’ sloot een versterkte liniedijk aan op de Rijndijk. Spees komt van het spiesvormige perceel, dat gevormd werd door de aansluiting van de Rijnbandijk en de Marsdijk. De fortificatie stamt uit het jaar 1799 en werd aangelegd in periode van de Bataafse Republiek. Het hoornwerk was bedoeld om de vijand, die waarschijnlijk over de dijk zou naderen, tegen te houden. Het gebied voor De Spees lag te hoog om onder water gezet te worden, zodat de verdediging van deze plaats extra aandacht kreeg.

Steunpunt van de Betuwestelling

Het Werk aan de Spees had grote betekenis voor de waarde van het gehele verdedigingswerk. Het was een sleutelpositie in de prolongatie van de Grebbelinie. De verlenging in de Neder-Betuwe werd in de Franse periode aangelegd omdat de Franse veldtocht van 1794-’95 had aangetoond dat de Grebbelinie te kort was. Het Noorderleger was destijds relatief eenvoudig opgetrokken door de Betuwe en het Land van Maas en Waal, dus onder de linie door. De Bataafse Republiek wilde voorkomen dat Pruisen de zelfde kans zou krijgen en liet in 1799 de rechtervleugel van de Grebbelinie aanleggen.

In de Tweede Wereldoorlog deed de prolongatie van de Grebbelinie dienst in de landsverdediging onder de naam ‘Betuwestelling’. In het voorterrein werden kazematten gebouwd om de droge strook te verdedigen. Deze kazematten ten oosten van De Spees zijn rond 1995 onder de grond weggewerkt. Een zogenaamde ontstekingspost verdween al eerder uit het landschap. Dit ‘bunkertje’ kwam vlak voor de Duitse inval gereed(22-4-1940). De S(2a)V bood bescherming aan het personeel dat op afstand grondmijnen in de rivier kon laten ontploffen, als er een vijandelijk schip voorbij zou varen.

De kazematten op het Werk aan de Spees zijn echter bewaard gebleven. Liefst vier unieke betonnen schietopstanden zijn hier te vinden, naast een eveneens bijzondere kazemat met klimkoker. (S3k) Bij herstelwerkzaamheden in 2000 kwam voorts een flankerende betonkazemat tevoorschijn onder het zand, compleet met camouflagekleuren. Bij de herstelwerkzaamheden werden bomen en struiken verwijderd, de gracht uitgediept en de borstwering opgehoogd.

Het is mede aan de Stichting Menno van Coehoorn te danken dat het gehele werk niet werd afgegraven in 1951. Na de Tweede Wereldoorlog verdwenen grote delen van de linie in de Neder-Betuwe door ruilverkavelingen. Het hoornwerk van De Spees bleef echter bestaan en is sinds de restauratie in 2000 een waardevol en herkenbaar vervolg van de linie. De Spees is compleet met parkeergelegenheid en informatiebord zeker een bezoekje waard. Sinds de dijkverzwaringswerkzaamheden is het noordelijk deel ook toegankelijk en bieden bankjes en vogelkijker een prachtig uitzicht op uiterwaarden en Grebbeberg.

In 2016 is een Romeinse toren geplaatst bij het werk, die de Romeinse Limes en de Grebbelinie verbindt. De Romeinse Limes had de linie ongeveer hier gekruist als ze gelijktijdig hadden bestaan.

In 2016 zijn er opnieuw werkzaamheden aan het Hoornwerk uitgevoerd door het Waterschap, deze keer het buitendijkse deel. Dit leidde tot meer herkenbaarheid van het noordelijke bastion, met name doordat de min of meer verdwenen gracht weer zichtbaar werd. De gracht is zover verdiept dat er permanent water in blijft staan. Bij de werkzaamheden werd ook een restantje van de betonomhulling van een koepelkazemat ontdekt. Dit restant is bewaard gebleven in het proces en is geaccentueerd in het dijklichaam.