Veenendaal kreeg met de mobilisatie 1939-’40 voor het eerst in tijden weer te maken met militaire gebeurtenissen. Natuurlijk werd het gebied al in de Middeleeuwen regelmatig bezocht door soldaten van het Sticht of Gelre, maar dan met de bedoeling het zo snel mogelijk te passeren. In het veengebied was(bijna) niets te halen en er woonden nauwelijks mensen. In 1629 moesten de veenarbeiders machteloos toezien hoe een groot deel van het dorp werd platgebrand.

Met de aanleg van de eerste werken in de Grebbelinie kwam het militaire apparaat in de 18e eeuw dichterbij. De in het Fort aan de Buursteeg gelegerde soldaten kozen echter ook in de Franse tijd meestal voor een bezoek aan Renswoude. In de 19e eeuw werd het omleidingskanaal door Veenendaal aangelegd. Hierdoor konden inundaties sinds 1866 beter gesteld worden. Een belangrijk deel van Veenendaal kwam achter omvangrijke inundaties te liggen. Zowel prins Bernard als koningin Wilhelmina met een regeringsdelegatie brachten tijdens de mobilisatie een bezoek aan Veenendaal en keerden redelijk tevreden huiswaarts.

Tijdens de inrichting van de Grebbelinie in 1939/1940 was aan de verdediging van Veenendaal dan ook veel aandacht besteed. Op de plaats waar het omleidingskanaal begon, splitste de linie zich in twee delen. Deze plek wordt nog altijd gemarkeerd door een ‘Stekelvarken’ met zeven schietgaten. De reden dat de kazemat zich nu op enige afstand van het kanaal bevindt, ligt in het feit dat het omleidingskanaal in 2004 een stukje is ‘opgeschoven’ om wegenbouw mogelijk te maken. Achter de kazemat ligt nog een stukje van het water. De zuidelijke stellingen van het 10e Regiment Infanterie volgden vanaf hier het omleidingskanaal naar de Roode Haan. Afgezien van het kanaal is er vrijwel niets meer dat aan die periode herinnert.

De laatste kazemat in het Ruisseveen werd vele jaren geleden opgeruimd om plaats te maken voor een fietspad. De noordelijke linie liep via De Klomp naar Fort aan de Buursteeg. Hiervan resteert slechts een S3 kazemat, die gedeeltelijk bedekt is door het talud van de A12. Met de verbreding van de A12 liep de kazemat gevaar om geheel onder het talud te verdwijnen. De Stichting Grebbelinie heeft Rijkswaterstaat hierop geattendeerd; zij waren gelukkig bereid om de kazemat enige meters te verplaatsen, hetgeen in 2008 geschiedde.

Vanwege de gevaarlijke positie van Veenendaal moesten de inwoners in mei 1940 evacueren en maar liefst 130 panden werden ‘opgeruimd’. Tijdens de wederopbouw in 1940 werden er voor een aantal gedupeerden nieuwe huizen gebouwd, die nog te herkennen zijn aan de witte 1940-tegel met leeuw.